Perenbomen bloeien wit (Z)

~Gerbrand Bakker

 

Keuzeopdracht: Alternatief einde

Schrijf een alternatief einde aan het boek (Ik herschrijf het deel vanuit het perspectief van de hond waar Gerson het water in loopt en overlijdt.)

Samen met Gerson loop ik weg van het ouwelijk huis. Ik heb eigenlijk geen zin om te gaan wandelen, maar toch doe ik het voor Gerson. Ik merk dat hij zich rot voelt en anders doet dan normaal. Hij kan wel een wandeling met mij gebruiken. Ik probeer extra goed te luisteren, extra goed te volgen en zo leuk mogelijk te spelen. Gerson is mijn baasje en eigenlijk moet hij op mij letten, maar de laatste tijd heb ik het gevoel dat ik meer op hem moet letten dan hij op mij. We komen aan bij een plas met een stijger. Gerson gaat daar zitten en gebaart, door met zijn platte hand naast hem te slaan, dat ik naast hem moet komen zitten. Ik ga tegen hem aan liggen en voel, terwijl ik me een gemakkelijke houding probeer aan te nemen, het gesnik van Gerson naast me. Zijn benen, waar ik met m’n hoofd op lig, maken kleine bewegingen en ik zie zijn handen naar zijn hoofd gaan. Ik voel lichte druppeltjes op mijn oren vallen. Voor het eerst sinds die val uit het bewegende ding, zie ik hem deze emotie tonen. Een emotie die ik al vaak genoeg heb gezien bij Kees, Gerard en de rest van de familie, maar niet bij hem. Hij begint tegen me te praten, ik versta er niks van maar op een of andere manier begrijp ik hem. Ik kan woorden opvangen zoals; pijn, verdriet en het gaat nier meer verder zo. Als laatst versta ik de zin ‘Het spijt me maar dit is mijn enige uitweg’. Ik snap niet wat hij ermee bedoelt. Gerson staat op en loopt naar het eind van de steiger. Ik loop achter hem aan, maar met zijn voet geeft hij continu een dreun naar achter. Het doet pijn maar ik blijf hem volgen. Aan het eind van de steiger wil hij nog een stap zetten. Wat gek, denk ik, volgens mij heeft hij niet door dat dat het einde van de steiger is. Ik pak hem beet bij zijn broekspijp en probeer hem te waarschuwen dat hij niet verder kan lopen, anders valt hij in het water. Hij kijkt me aan, zijn ogen zijn rood en waterig. Ik trek nog harder aan zijn broekspijp en krijg hem zo ver om een stap naar achter te doen. Voor een lange tijd blijft hij me aanstaren en er komt langzaam een glimlach op zijn gezicht. Hij pakt m’n halsband en loopt richting het huis van Anna en Jan. Ik krijg een gevoel van trots in me; ik heb mijn baasje gered van een natte broek.